Bij het beschrijven van de Knapzakroutes die door de Staatsbossen lopen, maakten we in het verleden graag gebruik van de nummers op de zogeheten vakstenen op de hoeken van de bospercelen. We komen daar een beetje op terug omdat nogal wat van die stenen inmiddels onleesbaar geworden zijn, terwijl andere overwoekerd werden door het oprukkende bos. Hier en daar blijken ze zelfs bewust weggehaald te worden.
Bij de aanleg van de Staatsbossen in de jaren voor de oorlog werden op alle hoeken van de plantvakken flinke veldkeien neergelegd. Hierop werd eerst een wit vlakje geschilderd waarna er met zwarte verf een nummer op kwam. De stenen zijn karakteristiek voor de grootschalige aanleg van productiebossen op de Drentse heideontginningen.
Het nieuwe beleid van Staatsbosbeheer is dat de vakstenen zullen verdwijnen uit zijn drie grote boscomplexen in Drenthe waar de natuurontwikkeling op de eerste plaats komt. Dit zijn het Drents-Friese Wold, het Hart van Drenthe – ofwel de boswachterijen Grolloo, Schoonloo en Hooghalen – en iets verder naar het zuidoosten de boswachterij Gees.
Aaldrik Pot, die als provinciaal adviseur bij Staatsbosbeheer in Drenthe werkt, licht het beleid van zijn organisatie rond de vakstenen toe: ‘In deze boscomplexen is het beeld van de ouderwetse Staatsbossen aan het verdwijnen. De rechte structuren zullen er in de toekomst steeds meer vervagen en daarmee wordt ook de functie van de vakstenen minder relevant. Hier mag het bos zich op een meer natuurlijke manier ontwikkelen en we vinden vakstenen minder passen bij de beleving die we daar willen bieden.’
In de andere Drentse boswachterijen past Staatsbosbeheer een multifunctioneel beheer toe door de natuurfunctie te combineren met houtproductie en recreatie en daar hoort het in stand houden van de cultuurhistorische patronen bij. Dit is bijvoorbeeld het geval in de boswachterijen Borger, Emmen, Exloo, Gieten, Odoorn, Ruinen en Veenhuizen.
Aaldrik Pot: ‘In deze bossen laten we de vakstenen, die zo met de Drentse bosbouwgeschiedenis verbonden zijn, gewoon staan en proberen we ze zo goed mogelijk te onderhouden. Dat het onderhoud soms per boswachterij verschilt, heeft vooral te maken met vraag of er voldoende vrijwilligers voor zulk werk beschikbaar zijn.’
Hoe gaan we voortaan met de vakstenen in de Knapzakroutes om? Voor ons als makers van de routes is het beleid van Staatsbosbeheer aanleiding om de routes waar mogelijk zo te beschrijven dat je de nummers op de vakstenen onderweg feitelijk niet meer nodig hebt.
Foto: Bertus Boivin