Assen, 11 februari 2019.
Het startsein voor de restauratie van de havezate is gegeven. Een spannend project gaat in uitvoering. Met restauratie van gebouwen hebben we als monumentenbeheerders veel ervaring, maar interieurs herstellen is andere koek. Over de restauratiekeuzes voor het interieur is binnen het projectteam veel gesproken. Bijvoorbeeld over de vraag hoe je materialen kunt herstellen zonder de sfeer aan te tasten. Die sfeer zit ‘m vooral in het door de jaren zorgvuldig opgebouwde ‘patina’.
Kapot restaureren
Er bestaat een lelijk begrip voor restauratie waarbij alle sfeer teniet wordt gedaan: ‘kapot restaureren’. Of iets wel of niet kapot is gerestaureerd is overigens in grote mate subjectief. Sommige mensen willen alles netjes en geordend, zelfs als het om eeuwenoude gevels gaat. Het zorgvuldig opgebouwde patina op gevels, deuren en daken wordt onder hoge druk weggespoten, rigoureus weggekrabd of met de sloophamer teniet gedaan.
De bekende filosoof Alain de Botton schrijft dat de schoonheid van gebouwen vaak zit in het feit dat ruwe en onbeschaafde materialen in een ordelijk patroon worden aangebracht. Als voorbeeld noemt hij oude houten vloeren. Vol oneffenheden, maar toch geordend. Juist in dat spanningsveld tussen chaos en orde vinden we volgens Alain de Botton de schoonheid.
Je zou ook kunnen lezen: in het spanningsveld tussen natuur en cultuur. Wie kan de schoonheid van een monumentale ruïne omringd door (bij voorkeur woeste) natuur weerstaan? De romantici wisten dat begin 19e eeuw al toen ze in heel Europa op zoek gingen naar ruïnes op ongerepte plekken. In de huidige tijd is het fotograferen van monumentale panden die in verval zijn een door velen beoefende hobby. Zoek maar eens op internet naar foto’s van de Belgische fotograaf Henk van Rensbergen.
Verlaten gebouwen
Hoewel de foto’s mooi zijn, is het verhaal erachter vaak triest. Het zijn verlaten gebouwen, in de steek gelaten door de samenleving. Er komt een moment dat het verval zo groot wordt dat zelfs de meest verstokte romanticus er geen plezier meer aan beleefd. De hand van de timmerman is verdwenen.
Persoonlijk vind ik het belangrijk dat monumenten hun sfeerbepalende verweringslagen moeten behouden. Dat we die onvolkomenheden moeten koesteren. Maar het mag nooit ten koste gaan van het voortbestaan van het monument. In dat spanningsveld tussen ouder worden en voortbestaan, tussen loslaten en vasthouden, ligt de opdracht van de monumentenbeheerder.
Eric Kroes says
De restauratie van het inwendige is in mijn ogen minstens zo belangrijk als het herstel van de buitenzijden. Zo verdient o.a. de centrale (zelfdragende) trap in de hal een grondige herstelbeurt. Thans, met een keurig verfje ingekleurd en zelfs door de Dwingelder huisschilder gemarmerd. Dergelijke eikenhouten trappen (18e eeuw) werden destijds in bruineiken gebeitst. En geen ludiek verfje en al helemaal niet met nepmarmer motief. Goed voorbeeld is de centrale trap in kasteel Eerde nabij Ommen. Goed geconserveerd. De grandeur van dit bijzondere monument is daar behouden gebleven.