Wie kent er een architect die oorlogsmachines uitvindt? Of een wetenschapper die theaterdecors ontwerpt? Vooruit dan; een beroemde schilder die lijken ontleedt? Waarschijnlijk kan niemand een naam noemen. Althans, niet van een levend persoon.
Toch was er een periode waarin de harde grenzen tussen disciplines als kunst en wetenschap veel zachter waren: de Renaissance. Ruwweg de periode van de 14e tot en met de 16e eeuw. Met als beroemdste representant natuurlijk Leonardo da Vinci. Alle in mijn inleiding genoemde disciplines beoefende hij.
Dat is onvoorstelbaar in een tijd waarin alles en iedereen gespecialiseerd is. Die specialisatie is de laatste eeuwen steeds verder versterkt. Toch liepen er op Oldengaerde in de 17e en 18e eeuw (de periode dat het huis grotendeels zijn huidige vorm kreeg) al de nodige specialisten rond: architecten, timmermannen en stucadoors. En kunstenaars. Zo ook rond 1800, toen er een fraaie afbeelding van een vaas op de wand van een kamer op de verdieping werd aangebracht.
Die schildering werd ‘al secco’ aangebracht, oftewel op een laag gedroogde kalk. Vaak worden dit soort wandschilderingen ten onrechte aangeduid met de term fresco. Die term slaat echter alleen op schilderingen die zijn aangebracht op een kalklaag die nog nat is. Het voordeel van deze natte techniek was dat de verf door de kalklaag werd geabsorbeerd, waardoor de schildering zeer duurzaam was. Het nadeel was dat de kunstenaar vlot moest werken en zich geen fouten kon permitteren.
In de Renaissance werd er volop ‘al fresco’ gewerkt, maar Leonardo Da Vinci deed dat niet. Het is bekend van Da Vinci dat hij lang over een werk deed (en veel werken onvoltooid liet). Hij werkte met talrijke dunne lagen verf, wat veel tijd kostte. Ook was hij niet snel tevreden, want uit onderzoek is bekend dat hij zijn schilderingen vaak nog jaren later van correcties voorzag. Een schilder met zo’n instelling kan geen fresco’s maken. De muurschilderingen van Da Vinci bleken dan ook niet erg bestendig te zijn. Bekendste voorbeeld: zijn wereldberoemde muurschildering van het laatste avondmaal in een kerk in Milaan. Vijftig jaar na de voltooiing werd al gemeld dat het ‘al secco’ werk ‘geruïneerd’ was.
Ook de muurschildering in Oldengaerde is een ‘secco’. En helaas ook geruïneerd. Vooral vanwege onzorgvuldig handelen in het verleden. Ik schreef er eerder al over in mijn blog ‘nieuwe ontdekkingen’. Restauratie is nodig, willen we het voor de toekomst behouden. Het is misschien geen Da Vinci (de maker is onbekend), maar het is wel goed gemaakt, zeldzaam en een lust voor het oog.
Wie trouwens meer over Da Vinci wil weten, raad ik aan zijn biografie te lezen, van de hand van Walter Isaacson. Je valt van de ene verbazing in de andere. Wie de kunst van Da Vinci wil bekijken, moet afreizen naar Parijs. Daar is in het Louvre tot 24 februari een expositie te zien van deze ongrijpbare alleskunner.
Gerard Buising says
Is er een oude foto beschikbaar van de secco, zonder de beschadigingen.