30 april 2018.
In mijn vorige blog noemde ik al kort het verwarmingssysteem dat we voor de havezate voor ogen hebben. Of we helemaal van ‘het gas af kunnen’ durf ik nog niet te zeggen, maar de ambitie is er om als stichting ons steentje bij te dragen aan een duurzamere wereld. Ook de zonnepanelen die we in de toekomst op het dak willen gaan leggen, dragen daar aan bij.
Glimmende platen
Schrik niet, die zonnepanelen komen uit het zicht te liggen, op het platte dak van de havezate. Vanzelfsprekend, zou je zeggen. Was dat maar waar. Ook in onze mooie provincie worden we voortdurend en steeds meer geconfronteerd met de negatieve bijeffecten van de duurzaamheidstrend. Zonnepanelen die lukraak op daken van historische boerderijen worden neergelegd, velden met panelen in historische landschappen. Om over windmolens nog maar te zwijgen.
Schoonheid als offer voor een beter klimaat. Je vraagt je af waar de overheid blijft. Het credo van ‘goede ruimtelijke ordening’, toch altijd het bindende principe waarmee we de ruimtelijke omgeving in ons land konden weerhouden van ‘Belgische toestanden’, doet hier plotseling geen opgeld. Voor het aanbrengen van een dakkapel aan de voorzijde van een pand is vaak een vergunning vereist, maar datzelfde dak mag je zonder bezwaren vol leggen met glimmende platen.
Heden en toekomst
Als ik deze discussie opvoer, wordt altijd hetzelfde tegenargument in stelling gebracht. Namelijk dat de zonnepanelen tijdelijk zijn en geen blijvende schade aan het gebouw en de historische waarden veroorzaken. De ingreep is omkeerbaar. Als je de zonnepanelen weg haalt, is het alsof ze er nooit hebben gezeten. Dat de zonnepanelen een afschrijvingstermijn van 20 jaar hebben en dus decennia lang een doorn in het oog zijn speelt in die afweging nauwelijks een rol. Het heden wordt ondergeschikt gemaakt aan de toekomst.
Natuurlijk moeten we iets doen aan verduurzaming van ons energiesysteem. In onze plannen voor Oldengaerde en bij andere restauraties en renovaties is duurzaamheid altijd een belangrijk uitgangspunt. Maar we zorgen er ook voor dat dat niet ten koste gaat van de schoonheid en de beleving van onze cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en erven. Zodat we er niet alleen in de toekomst, maar ook in het ‘nu’ van kunnen genieten!
Geef een reactie